Algemene voorwaarde: Wat moet ik daaronder verstaan?
De algemene voorwaarden die ook wel gekenmerkt worden als de ‘kleine lettertjes’, worden gebruikt om regeltjes op te stellen tussen twee of meerdere partijen om duidelijkheid te verschaffen als er onenigheid dreigt te ontstaan bij het aangaan van een overeenkomst. Het is een soort leidraad voor partijen om te weten hoe met elkaar om te gaan en wat van elkaar te kunnen verwachten in specifieke gevallen. Voordat de algemene voorwaarden inwerkingtreden moet er door de wederpartij een akkoord worden gegeven.
Het komt echter weleens voor dat er een beding is opgenomen in de algemene voorwaarden die in strijd is met de wet, de meest voorkomende reden is dat het beding ’onredelijk bezwarend’ is en niet geoorloofd is om het in stand te houden. Als dit het geval is dan wordt het betreffende beding vernietigd door de rechter.
Feiten
Een voorbeeld hiervan is de onlangs verschenen uitspraak van het Gerechtshof Arnhem- Leeuwarden waar het ging om een aannemer die werd ingeschakeld door de eigenaar van een woning om een aanbouw te realiseren. Bij brief, inclusief een offerte heeft de aannemer de algemene voorwaarden toegevoegd. De eigenaar van de woning is hiermee akkoord gegaan. Na het afronden van het werk van de aannemer, werd er geconstateerd dat in de vloer kras en -scheurvorming is ontstaan. De aannemer beroept zich op de algemene voorwaarden, die bepalen dat hij niet aansprakelijk is voor de ontstane schade. De eigenaar heeft een eigen bedrijf, waardoor de aannemer ervan uit was gegaan dat hij als particulier de overeenkomst heeft gesloten. Echter ging het hier om privé gebruik van de eigenaar, waardoor hij als consument gezien moest worden en daardoor andere bepalingen van toepassing waren, die automatisch andere verwachtingen met zich meebrengen.[1]
De tegenpartij betwist niet dat [Geïntimeerde] de overeenkomst als consument is aangegaan, maar betoogt dat de subjectieve kennis die deze wederpartij – [Geïntimeerde] – heeft, van belang is bij de beoordeling van de onredelijk-bezwarendheid.[2]
Oordeel rechter
Het hof heeft het volgende hierover gezegd: ‘Ook een goed geïnformeerde consument bevindt zich immers tegenover de zakelijke gebruiker van algemene voorwaarden in een ongelijkwaardige positie. Zo heeft hij, bijvoorbeeld, een andere onderhandelingspositie dan een zakelijke wederpartij. Het spreekt ook niet aan om de aanvaardbaarheid van bedingen in algemene voorwaarden met consumenten mede afhankelijk te laten zijn van de veelal toevallige subjectieve omstandigheden van de consument.’ [3]
De overeenkomst is aangegaan als natuurlijk persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. Artikel 6:237 BW is dus van toepassing. Dat betekent dat de exconisaties opgenomen in artikel 6 van de algemene voorwaarden en de gebrekenregeling
van artikel 7 van de algemene voorwaarden worden vermoed onredelijk bezwarend te zijn op grond van artikel 6:237 aanhef en onder f en h BW.[4]
Het is dus van essentieel belang onderscheid te maken tussen een particulier en een consument bij het aangaan van de algemene voorwaarden, dit om de verwachtingspatroon tussen beide te waarborgen. Dit onderscheid is belangrijk, omdat er dan andere bepalingen van toepassing zijn, die uiteindelijk andere consequenties met zich meebrengen. Aan de oordeel van de rechter is te zien, dat het niet uitmaakt of dat de consument bovengemiddeld geïnformeerd is. De onderhandelingspositie is juist doorslaggevend.
Heeft u een soortgelijk geval gehad waarbij u het niet eens bent met de algemene voorwaarden, of is er een beding die volgens u niet deugd? Neem dan contact op met een van onze juristen voor een vrijblijvend gesprek!
Afbeelding is gemaakt door Sebastian Herrmann via Unsplash
[1]ECLI:NL:GHARL:2019:1569, R.O. 3.
[2]ECLI:NL:GHARL:2019:1569, R.O. 5.8
[3]ECLI:NL:GHARL:2019:1569, R.O 5.9.
[4]ECLI:NL:GHARL:2019:1569, R.O. 5.9.